In mijn mand by Lieke Marsman


In mijn mand
Title : In mijn mand
Author :
Rating :
ISBN : -
ISBN-10 : 9789083095356
Language : Dutch; Flemish
Format Type : Paperback
Number of Pages : 64
Publication : First published January 21, 2021

In mijn mand, de derde bundel van Lieke Marsman, behandelt de grootste thema’s die het menselijke bestaan kenmerken: de waarde van het leven en de plek van de dood in een mensenleven. Hoe leef je met een levensbedreigende ziekte? Hoe verandert dat je blik op de wereld, op wat van waarde is, op wat je je herinnert en het verloop van de tijd? En hoe verhoud je je tot de wereld in dergelijke omstandigheden? Trek je je eruit terug, of laat je je juist gelden en houd je die wereld een spiegel voor? Lieke Marsman kiest resoluut voor het laatste.


In mijn mand Reviews


  • Laurens

    Poëzie is mijn blinde vlek binnen de literatuur, dus ik heb mezelf opgedragen vaker gedichten te lezen. Tot dusverre bevalt dat goed. Ik merk dat poëzie een bepaalde vrijheid met zich meebrengt, een bevrijding van een bepaald narratief stramien en rechtevenredigheid, die je maar zelden tegenkomt in proza (het proza dat ik lees, tenminste).

    De kersverse Dichter des Vaderlands doet dat ook in haar jongste boek In mijn mand. En met verve: dit is een beeldschone bundel (zó mooi ontworpen; petje af, Janine Hendriks), maar ook letterlijk een beeldschone dichtbundel. Letter-lijk. Letters die over lijken gaan: het tweede deel heet niet voor niets ‘LICHAMEN / KADAVERS’.

    Laat ik er niet omheen draaien: ik heb deze bundel aangeschaft in de hoop dat het troost zou bieden. Onlangs is ons iemand ontvallen, een jong persoon die overliep van levensvreugde. Ze werd ongeneeslijk ziek en binnen een paar maanden was het gedaan. Hoewel ik haar niet héél erg goed kende, greep haar overlijden mij enorm aan. Dat voelt dubbel: aan de ene kant wil je het verdriet de ruimte geven, al is het verdriet misschien niet eens je eigen verdriet, maar dat van een ander. Aan de andere kant voelt het dus larmoyant en potsierlijk om je te hullen in (grotendeels) andermans verdriet. Emotioneel ramptoerisme.

    En wat doe ik als ik niet weet wat ik met mezelf en mijn ambigue emoties aanmoet? Ik duik in de boeken en denk in stilte na over de dingen des levens. Probeer betekenis te vinden in betekenisloze gebeurtenissen. Om aldoor tot de conclusie te komen dat ik op dit moment niet relativering nodig heb, maar slechts soelaas.

    Ik vond het In mijn mand. Dank, Lieke Marsman, voor de troost die uit jouw gedichten spreekt. Dat is al een kunst op zich.

  • Chris

    Ik kende Lieke Marsman behalve van hier en daar een los gedicht vooral uit interviews. Sinds
    De volgende scan duurt vijf minuten ging het in die laatste uiteraard vaak over haar kankerdiagnose en behandeling. Dat klonk enerzijds intrigerend, maar het weerhield me er anderzijds ook van om haar te gaan lezen. Waarom? Een voyeuristische gêne vermoed ik, vermengd met het ietwat vooringenomen idee dat een bundel met zo'n titel mogelijk té dicht bij de realiteit van de dichter zou kunnen staan om als poëzie te overtuigen.

    Flauwe excuses, want ik las bv. wél
    Tonio: een requiemroman, een roman die qua voyeurisme over instant leed wel kon tellen én overtuigde. Maar A.F.Th. van der Heijden behoorde toen al tot mijn favoriete schrijvers, terwijl Lieke Marsman voor mij voorlopig nog een van de vele, grotendeels vrouwelijke jonge honden uit de Nederlandstalige poëzie was. Kortom, ik bezondigde mij aan literaire discriminatie en had dus iets goed te maken met de intussen tot Dichter des Vaderlands gekroonde stem aan het poëziefirmament.

    Overtuigen deed Lieke Marsman me niet meteen. Ik probeer een nieuwe dichtbundel altijd twee keer kort na elkaar te lezen en na een schoorvoetende, soms lastige maar niet onaangename eerste kennismaking, opende haar poëzie zich pas bij herlezing als een fragiele, maar tegelijk taaie winterbloem. Meteen al bij Universele esthetica, het vierluik van lange gedichten die zonder spatie als een stream of consciousness de eerste cyclus Dit nieuwe leven openen, stelde ik me de vraag: is dit wel poëzie? Zijn dit niet gewoon metrisch gerangschikte dagboeknotities van een jonge dichteres die in denktaal houvast zoekt om de dreiging en de opluchting die haar ziekte met zich meebrengen te bezweren?

    Het antwoord is: ja. Ja natuurlijk. Of wat dacht je? En het staat ook precies op zijn plaats. Het is een terechte opener die het over schoonheid, kunst, genade en uiteindelijk levenslust heeft: fuck fuck fuck / ik wil niet dood. roepen ze ergens, cursief en inclusief de slash, alsof ze haar poëzie letterlijk uit zichzelf tevoorschijn moet schrapen. En die poëzie klinkt vervolgens zelfverzekerd, te beginnen met Het gekrijs van meeuwen als een bevrijdend, want voor de lezer lekker ongrijpbaar gedicht. In haar openingscyclus waarschuwde ze nog voor hermeneutische tekstverklaringen van poëziecritici en die krijgen hier lik op stuk met twee gedichten die ze met de titel Bij het vorige gedicht als bijsluiter bij het mooie De onttovering van de wereld en het plakkerige Zomeravond meegeeft. Koningen en kuikens ontpopte zich hier tot mijn amper fladderende favoriet.

    De samenhang van het geheel, dat volgens mij een bescheiden en precaire evolutie in Marsmans levensdrang wil uitdrukken (ik ben geen hermeneutische criticus), kwam bij herlezing duidelijker uit de verf. De middencyclus begint met Verzet. Het is mei en samen met een vriendin stapt ze opnieuw de wereld in en probeert ze dapper haar eigen problematiek (dood en het daarbij horende paradijs, met bloesems en zo) achter zich te laten om door de mannen met hun biertjes op de banken aan het water met de neus op de feiten gedrukt te worden betreffende dat paradijs en de problematiek van de (vluchtelingen)actualiteit.

    Maar daarmee groeit de drang om weer geëngageerd te gaan schrijven, zoals ze overtuigend doet in Verlate kamervragen en Spelen. De Dichter des Vaderlands is niet altijd mals voor dat vaderland en zo hoort het ook. Maar met dat engagement groeit ook het verlangen om nog lang te mogen schrijven en dus leven. Dat drukt ze heel mooi uit in Tijd en expertise, waar ze als jonge hond op een poëziefestival naar de tafel van de oudere dichters kijkt en zich in Meditatie, het daaropvolgende, laatste gedicht van deze cyclus de dag voorstelt waarop ik 65 wordt / en alleen nog maar ongeëngageerde natuurpoëzie schrijf / losgezongen van alles. Ontroerend goed gedaan.

    En dan is er de laatste cyclus, die Barmhartig vennetje heet, het beeld van de aantrekkelijke cover (die me aan 'Twin Peaks' deed denken). Een beeld dat al opdook in de eerste cyclus en waarmee Lieke Marsman alvast een voorschot wil nemen op die ongeëngageerde natuurpoëzie die ze op haar 65e zou willen kunnen schrijven. Behalve de aanwezige natuurelementen staan hier stuk voor stuk gedichten die je moet herlezen. Het is sterkere, ja, zelfs losgezongen poëzie die tegelijk de cirkel van deze bundel rondmaakt én verder willen reiken, naar een toekomst waar je je nooit te veel illusies over moet maken, zoals Stof en schillen beschrijft en dat je leert (of je nu ziek bent of niet) om te genieten van de kleine dingen en niet te vergeten dat je op een dag doodgaat. Wat niet wil zeggen dat je niet mag verlangen. Dat doet Lieke Marsman hartstochtelijk, tot in de laatste versregel: Ik wil mijn hond horen drinken.

  • Esmé Boom

    Uit 'Spijt':

    'Waarom zoveel gelezen over hoe je
    om hulp kunt vragen, maar niet over
    hoe je een tweede keer om hulp kunt vragen,
    wat veel moeilijker is? De derde en vierde keer
    sla je om die reden over. De vijfde keer sta je daar
    en uit je mond komt alleen nog maar getjilp.'

    Lieke Marsman gaat recht voor de feels met In mijn mand. Ik kon een paar nachten niet slapen (kan ook aan iets anders liggen) en toen heb ik zo over deze gedichten liggen malen, de vereniging van zoveel moois en zoveel pijnlijks, haast achteloos verteld (maar dat is schijn, want niets is achteloos in deze bundel, de hele bundel ademt het gevoel: was ik maar weer achteloos, kon ik maar weer achteloos zijn). En ik had het niet gedacht, maar 'Vergeet de vogels die zingen / Ik wil mijn hond horen drinken' is mijn nieuwe favoriete dichtregel.

  • Els

    In mijn mand. Door: Lieke Marsman.

    Lieke heeft nooit zo maar wat geschreven. Haar proza en poëzie hebben altijd al een vuur in zich gehad dat een vlam in de lezer wil ontsteken. Een vlam die aanwakkert, zuivert, verandering teweegbrengt.

    In mijn mand heeft dat ook. Deze grandioze bundel bevat drie delen: in deel 1 krijg je een brok in je keel, in deel 2 krijg je wat schoppen onder je kont en in deel 3 rukt ze met vaardige hand je hart er uit.

    Ik wil zo veel zeggen maar kan het niet. Ik ben net als het ven op de (prachtige cover) ogenschijnlijk rustig maar er broeit, gloeit, schuurt iets in mij. Ik kan rafeltjes vastgrijpen, dan weer verlies ik greep, mijzelf, er ligt vanalles te rijpen. In mij. Gezaaid, geplant, aangevuurd door Marsman. Nu nog urgenter dan ooit.

    Geen dag te laat dat ze haar als Dichter des Vaderlands hebben aangesteld. Zij bezit de gave om mensen echt te raken. Mensen in hun kleine individuele zijn, maar ook als betekenisvol onderdeel van de maatschappij.
    Haar poëzie is medicijn, spiegel, troost en vuur ineen. Broodnodig en vol oneindigheid.

  • Karlijn

    Wel een beetje huilen bij het laatste gedicht hoor

  • Michael

    Niet helemaal mijn smaak vrees ik, maar razend knap geschreven. Het gedicht ‘Meditatie’ waarin Marsman het verlangen uit om enkel nog ‘ongeëngageerde natuurpoëzie’ te schrijven is wel een prachtige opmaat naar het laatste deel van deze bundel waarin ze het maatschappijkritische als voldaan lijkt te beschouwen en de taal geconcentreerder wordt.

    als je een landschap was, dan was je een canyon: / tot grote hoogte uitgesleten / ik verkwistte in jou al mijn vrolijke dagen / en keek ‘s nachts vanuit jou naar die brave planeten

  • Bart

    5,0 ⭐️

  • Delphine

    In mijn mand is opgetekend tegen de achtergrond van de levensbedreigende ziekte van de dichteres, en dat laat zich voelen in haar verzen. Marsman reflecteert en ageert volop over en tegen de dood - nu eens hoopvol, dan weer opstandig, maar vooral met veel vragen en angst. Het vertekent haar beeld van de tijd: 'Oneindigheid van tijd houdt me overeind nu./ Hoe lang de dag ook leek, het was een snipper. /Hoe kort de dag ook lijkt, er is nog tijd.'

    De immer geëngageerde Marsman spaart huidige machthebbers niet; er is snoeiharde kritiek op de regeringsleiders ('Dun melkvel van arrogantie op een pap met klonten.') Ze laakt ook de literaire kritiek, die emoties niet de nodige aandacht geeft: 'Kijk om je heen, door de hele geschiedenis heen/ dat verdomde verdoemen en minachten van emoties... /Geen wonder dat we zijn aanbeland/waar we zijn aangestrand.'

    Meteen legt Marsman hiermee een pijnpunt van haar eigen poëzie bloot. Haar gedichten zijn één en al emotie, rechttoe-rechtaan en - zeldzaam in de poëzie - vrij eenduidig. Dat levert toegankelijke, aangrijpende gedichten op (zoals in Verlate kamervragen, over vluchtelingen), maar is tegelijk vrij beperkend in het totstandbrengen van een connectie met de lezer. In de laatste cyclus, 'Barmhartig vennetje', over de natuur, maakt Marsman meer gebruik van het gebruikelijke poëtisch arsenaal (metaforen, oxymoron) wat de gedichten meer opentrekt.

  • Ella Eyckmans

    en toen moest ik huilen op de tram

  • Julie Vandersteene

    "Laten we een spel spelen. Het spel heet emancipatie."

  • Luna

    Een mooie, persoonlijke dichtbundel over menselijke thema’s. Het laatste gedicht vind ik vooral heel erg mooi <3
    (Voornemen: meer poëzie lezen, het bevalt me wel)

  • Elianne Elderen

    "Je was maar een kind
    en je bent maar een kind nu, maar we hebben gezien
    dat je in essentie makkelijk te overreden bent.
    Één mooi gedicht en je was verkocht. Één leuke film
    en je introduceerde jezelf als liefhebber.
    Hoeveel rampspoed is er nodig
    om een gewoontedier te veranderen?"

    Sommige gedichten vond ik heel sterk, vooral de wat (maatschappij)kritischere en langere gedichten, maar andere gedichten vond ik dan weer minder, omdat ze voor mij niet op konden tegen de voorgaande sterkere gedichten. Dat zwakte het dan weer af, en vond ik jammer. Bijvoorbeeld het gedicht 'Spelen' en het openingsgedicht vond ik heel goed werken. Maar er waren ook een aantal zinnen (bijvoorbeeld “nu ken ik mijn bloedgroep / en mijn vriendengroep” of “geen wonder dat we zijn aanbeland / waar we zijn aangestrand”) die ik in een redactieronde echt snel geschrapt zou hebben, en die gewoon net wat too much of voorspelbaar waren.
    3.5*


    "terwijl ons beloofd was / dat de kinderen niet / zouden sterven"

  • Will

    ‘Kijk wat we, gespeend van verantwoordelijkheid,
    bereikt hebben. Niets! En dat is een zegen.’

  • vivian

    de proza is niet helemaal mijn smaak maar de structuur van sterk maatschappelijk betrokken poëzie, naar de "ongeëngageerde natuurpoëzie" is heel overtuigend. Ik vond dit laatste deel me qua taligheid meer aanspreken, hoewel de eerdere onderdelen me meer bij de les hielden

  • Guus van der Peet

    De corona-crisis en Marsmans eigen ziekte lopen als een rode draad door de bundel. Waar een gedicht als ‘Verzet’ ooit onschuldig geïnterpreteerd zou worden als een vrolijke lentense wandeling door de stad, krijgt het nu een geheel nieuwe betekenis wanneer Marsman en haar Vriendin voor het eerst in weken weer eens naar buiten durven. Toch gaat de wanhoop nooit overheersen. Daarvoor heeft de bundel te veel humor, intertekst (van Hegel en Marx tot Plath en Campert) en bovenal een rijk gezelschap aan honden. Ik moest regelmatig denken aan Godfried Bomans’ ‘Spleen’. Sowieso een herkenbaar gedicht in deze tijden.

    Geen vijf sterren omdat het engagement soms iets afdoet aan de ambiguïteit. Een gedicht als ‘Spelen’ is sterk in de manier waarop Marsman de nog altijd gebrekkige intolerantie van Nederlanders zowel humoristisch als schrijnend weet te verbeelden, maar de boodschap is te eenduidig om hier meer lagen uit te halen tijdens een tweede lezing. Dat dit soort gedichten de zwakkere zijn zegt echter in de eerste plaats iets over hoe sterk de rest van de bundel is. Zeker de twee lange gedichten waarmee Marsman de bundel opent en sluit zijn fenomenaal.

  • Annika

    3.5/5 denk ik. Soms heel mooi maar soms ook onbegrijpelijk.

  • Fifi

    'Hoe lang de dag ook leek, het was een snipper.'
    #DeZinVanHetBoek

  • mari

    im in love with Lieke Marsman

  • Emilija Schornagel

    “kunst is méér omdat er minder op het spel staat, de enige plek waar falen een optie is. De enige plek waar de doden niet vallen, maar herinnerd worden.”

    Hannah Arendt!!!

    oh en

    “Ik heb niet stil gezeten, ik heb Sartre gelezen en Kant en Kierkegaard. Als ik doodga hoop ik op een hemel met hen in te kaarten (ik vraag me af of Marx voor geld zou spelen).”

    same girlie

  • Irene Jurna

    Ik had me voorgenomen om meer gedichten te lezen, dus toen ik voor mijn verjaardag een boekenbon kreeg, wist ik dat ik er een dichtbundel van wilde kopen. Maar waar begin je dan? Omdat geen van de auteurs of titels in de boekwinkel me iets zeiden, koos ik voor ‘In mijn mand’ vanwege de prachtig geïllustreerde kaft (zoals ik ook flessen wijn uitkies).

    Lieke Marsman blijkt een leeftijdsgenoot (32 jaar). Ze schrijft bijzonder slim en knap; maar misschien is dat waardoor haar werk me niet vaak raakte. Gelukkig (voor mij) wisselt ze maatschappelijke thema’s af met gedichten over natuur, tijd, ruimte; leven en dood.

    Pas bij de laatste zin realiseerde ik me dat ik Lieke Marsman wél kende. Ik had twee uur naar haar geluisterd in Zomergasten (de podcast*). Meteen daarna dacht ik: ‘ze gaat echt dood!’ Luister maar naar ‘In mijn mand’:
    https://youtu.be/xkGgmhriCO4

    *
    https://podcasts.apple.com/nl/podcast...

  • Demi van Doorn

    (3,5) 'Dit nieuwe leven is lelijk, maar dragelijk.'

    'Oneindigheid van tijd houdt me overeind nu.
    Hoe lang de dag ook leek, het was een snipper.
    Hoe kort de dag ook lijkt, er is nog tijd.'

    '...hoe je in vrije val je dagelijkse bezigheden
    bezig.'

    Het gedicht In mijn mand wil ik in zijn geheel wel citeren 🥺

  • Tom

    I mean ... how does one review this, really. Lieke Marsman, freshly appointed National Poet of the Netherlands for a few years, cancer survivor, has published a quite peculiar little book, that is centered around dying, fear and the (non)importance of a personal legacy. Of course it is a very personal story, and of course that somewhat skews the perspective of any reader.

    I enjoyed the poetry in 'In mijn mand', but I also wasn't necessarily very affected by it. I feel the big strength of this collection is that it takes you on a little journey, and you sort of get to know the person Lieke Marsman throughout. Part of this is because the density in style is very limited: the opening sequence almost reads like a diary, and the language is never overbearing or too difficult.

    The best poem is, quite obviously, the last one - it's a wry, emotional assault, that really almost makes the rest of the poems in here superfluous to me. So yeah - I 'enjoyed' these poems. The last one, I will keep. The rest are solid to set the scene, but have personally affected me less. Which is totally fine.

  • Lena Claessen

    "Oneindigheid van tijd en ruimte

    Dit is allemaal uit één stip gesprongen,
    deze zich langzaam uitrollende atoomwolk
    die zijn ploegmessen stukslaat
    en de zwerfkeien van de afstand

    die op elke afstand volg. Waar je ook kijkt
    tentakels van fractalen, het is haringrolletjes
    all the way down,

    Gelukkig is verdwijnen onmogelijk
    zolang het niets geen grenzen kent:
    in wat alles omvat geen plek voor residu.

    Oneindigheid van tijd houdt me overeind nu.
    Hoe lang de dag ook leek, het was een snipper.
    Hoe kort de dag ook lijkt, er is nog tijd."

    "Doodgaan is weer kind zijn, denk ik
    Volledig overgeleverd
    aan de elementen, zonder
    dat je iets te zeggen hebt
    over de plekken waar het leven
    (een kinderwagen als het ware)
    je naartoe rijdt."

    "en over dit fladderend vallen zelf
    hoe je in vrije val je dagelijkse bezigheden
    bezigt. je valt, maar je verstuurt de acceptgiro
    en je valt, maar de conservenblikken
    in de trapkast vormen torens. je valt,
    zoveel is zeker. je fladdert, maar amper."

  • Puck

    Review to come!

  • Florian Callewaert

    had ik deze bundel vorig jaar maar al gehad

  • Jesse

    Ik ben niet stervende, of, natuurlijk ben ik stervende maar het is minder urgent aanwezig in mijn leven. Ik vond het een prachtige bundel met afwisselend zeer rake zinnen (zeer veel heel sterke laatste zinnen!!!) over het leven en mijn angst voor de dood vond herkenning.

  • Henneke Wateringen

    Na 1 keer gelezen.
    poëzie die diep naar binnen slaat, en van daar uit diepe ontroering omhoog spuit.
    Prachtig. Bundel om steeds weer te lezen.

  • Nike

    Deze ga ik nog eens lezen. En nog eens. En nog eens. Tot ik het helemaal begrijp. Want ik voel vanalles, maar ik kan het niet plaatsen. Hier en daar mis ik iets, maar het is er wel.

    Blijft dus nog even op de salontafel liggen. Wat met zo'n prachtige cover helemaal niet erg is!